PFAS, die ‘eeuwige chemicaliën’, krijgen steeds meer aandacht omdat ze een groot probleem vormen voor onze gezondheid en het milieu. Op 3 december organiseerde De Uitkijkers samen met Wetsus een interactieve avond om deze kwestie onder de loep te nemen. Wat kunnen we doen tegen PFAS?
PFAS zijn er in duizenden soorten – meer dan 4000 om precies te zijn – en zitten in heel veel producten die we dagelijks gebruiken. Denk aan anti-aanbakpannen, regenkleding, smeermiddelen, brandblussers, cosmetica, verpakkingen, en impregneermiddelen. Ze zijn populair omdat ze water, vet en vuil afstoten.
Maar wat zo handig lijkt, heeft ook een keerzijde: zelfs in minieme hoeveelheden zijn PFAS schadelijk voor mens en dier. Ze kunnen de kans op kanker vergroten, het immuunsysteem verzwakken en zelfs de ontwikkeling van ongeboren baby’s schaden. Wat het nog erger maakt, is dat deze stoffen nauwelijks afbreken in het milieu. Ze hopen zich op in mensen, dieren en planten. Met andere woorden: ze blijven rondhangen, terwijl wij ze liever vandaag dan morgen kwijt willen. Maar vreemd genoeg mogen bedrijven PFAS nog steeds in de natuur lozen. Hoe kan dat?
Van wanhoop naar hoop
De bijeenkomst droeg de titel “Van wanhoop naar hoop”. Wanhoop, omdat je overal leest over PFAS-vervuiling: in hobby-eieren, groenten uit je moestuin en zelfs in zwemwater. Als burger lijkt het soms alsof je niets kunt doen. Maar er is hoop: er komt steeds meer aandacht voor dit probleem, en op EU-niveau wordt gewerkt aan regelgeving om PFAS te verbieden. Ook zijn er innovaties in de maak om PFAS uit het milieu te filteren.
Een rondvraag in het publiek maakte duidelijk dat mensen bezorgd zijn. Ze willen niet alleen meer weten over PFAS, maar ook iets kunnen doen. Dertien organisaties, waaronder de Friese Milieu Federatie, is momenteel bezig om de nederlandse staat aan te klagen. Hun eisen? Een onmiddellijk verbod op PFAS-lozingen, binnen zes maanden schoon oppervlaktewater, een volledig onderzoek naar bodem- en gezondheidsschade en al het drinkwater moet PFAS vrij zijn. “We zetten hoog in,” zegt Hans van der Werf van de Friese Milieu Federatie. “Want er wordt altijd water bij de wijn gedaan.” Tot nu toe is er nog geen reactie van de overheid, maar de rechtszaak loopt.
Juridische stappen en mensenrechten
Jurist en ombudsman voor de toekomstige generaties Jan van de Venis vertelde hoe mensenrechten kunnen helpen om PFAS aan te pakken. Iedereen heeft recht op schoon drinkwater, gezond voedsel en een veilige leefomgeving. Deze rechten kunnen gebruikt worden om overheden en bedrijven verantwoordelijk te houden. Hij verwees naar de succesvolle Urgenda-zaak en benadrukte dat wereldwijd steeds meer rechtszaken worden gewonnen. Zelfs de VN kan een land als Nederland aanspreken op het schenden van mensenrechten, zoals ze eerder deden bij de gaswinning in Groningen.
Maar stel dat je een rechtszaak wint: hoe zorg je er dan voor dat de vervuilers niet alleen stoppen, maar ook de rotzooi opruimen? Dat is niet eenvoudig, want het is duur. Een medewerker van een Nederlands waterschap benadrukte dat overheid én bedrijven hier samen verantwoordelijkheid in moeten nemen. Volgens haar zouden de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.
Een paar jongeren in het publiek gaf aan dat ze het vertrouwen in de overheid kwijt zijn en behoorlijk pessimistisch zijn over de toekomst. Jurist Jan van de Venis probeerde dit perspectief wat te nuanceren. Volgens hem is dat sombere beeld niet per se nodig. “Kijk naar de lange termijn,” zei hij. “Steeds meer rechtszaken worden gewonnen en we worden ons steeds bewuster van de gevolgen voor toekomstige generaties.”
Toch waarschuwde hij ook voor een ander risico: als het juridische systeem overbelast raakt, kan dat rechters onder druk zetten om keuzes te maken die eerder het systeem beschermen dan echte verandering te brengen. Een belangrijk punt om in de gaten te houden.
Slimme innovaties om PFAS te bestrijden
Maar natuurlijk kon een bijeenkomst bij Wetsus niet voorbijgaan zonder aandacht voor slimme waterinnovaties. Cees Buisman, wetenschappelijk directeur van Wetsus en hoogleraar Biologische Kringlooptechnologie aan Wageningen University & Research, bracht het publiek hoop. Hoewel hij benadrukte dat PFAS een serieuze bedreiging vormt, zette hij de zaken in perspectief: ten opzichte van luchtvervuiling heeft PFAS een kleinere impact op onze gezondheid. Toch is het allesbehalve een stofje om lichtzinnig mee om te gaan. Zelfs in minieme hoeveelheden – vaak nanogrammen, dat is één op duizend miljard moleculen – is PFAS al schadelijk. Dat maakt het lastig om het probleem op te lossen, want per stof verbieden biedt geen garantie; fabrikanten schakelen dan simpelweg over op een nieuwe variant.
Er zijn inmiddels verschillende technieken ontwikkeld om PFAS te vernietigen. Denk aan extreem verhitten, het inzetten van plasma in water, of vacuümmethoden. Het nadeel? Niet alleen PFAS, maar vaak ook andere stoffen worden vernietigd. Bovendien kosten deze technieken zoveel energie dat de opbrengst in termen van verwijderde PFAS vaak niet opweegt tegen de kosten.
Een oplossing is om PFAS eerst te filteren en in geconcentreerde vorm pas te vernietigen. Een zogenaamde ring die PFAS aantrekt, behoort tot de laatste veelbelovende innovatie. Dat maakt de aanpak veel krachtiger. Bij Wetsus werken ze hard om deze ideeën om te zetten in praktische toepassingen.
Cees sloot zijn bijdrage af met een belangrijke gedachte voor het publiek: “We hebben de overheid die we verdienen.” Hij stelde dat we als samenleving een keuze moeten maken: willen we een gezonde, schone en eerlijke leefomgeving, of kiezen we voor rijkdom ten koste van vervuiling, ongezondheid en oneerlijkheid? Daarnaast benadrukte hij dat het probleem niet simpelweg verplaatst moet worden. “We sluiten fabrieken in Nederland, maar verplaatsen ze naar andere landen. Daarmee lossen we niets op, want de vervuiling komt uiteindelijk toch weer onze kant op.”
Wetenschappelijke doorbraken zijn cruciaal, maar zonder ondernemers die deze innovaties toepassen, blijven ze theorie. Maurice Tax, directeur van Bright Spark, is zo’n ondernemer. Zijn bedrijf gebruikt plasmatechnologie om PFAS op grote schaal te vernietigen. Deze methode is veelbelovend omdat ze bij hoge PFAS-concentraties relatief weinig energie verbruikt. In België loopt al een eerste proef, en er zijn plannen om deze techniek ook toe te passen bij de vliegbasis Leeuwarden.
Wat kun je zelf doen?
Uit het publiek kwamen praktische vragen: wat kunnen wij vandaag doen? Het antwoord is simpel: koop PFAS-vrije producten en deel je kennis met anderen. Hoe meer mensen zich bewust worden, hoe groter de druk op bedrijven en overheden.
Irene Overduin, journalist bij de Leeuwarder Courant, sloot de avond af met een hoopvolle column met als titel: Waarom vernielzucht ons gaat helpen.
Kunnen we PFAS-vervuiling de baas worden? Mijn stelling is: dat kunnen we. Het wordt een zware klus, maar we hebben een ijzersterke troef. Als het lukt om PFAS klein te krijgen, is het omdat mensen het heerlijk vinden om dingen kapot te maken.
Dingen vermalen, verbranden, vermorzelen, verhakselen, tot moes slaan. De chemiefabriekjes in ons lijf lusten er wel pap van. Sloopwerk maakt golven van fijne stofjes los – endorfine, dopamine, adrenaline – en op die golven kunnen we ons sloopwerk lang en enthousiast volhouden.
Tomeloze vernielzucht heeft ons gebracht waar we nu zijn. In een wereld die je toch wel een behoorlijk soepzooitje mag noemen. Diezelfde primitieve drang tot destructie gaat ons bij PFAS juist helpen. Voor de creatieve sloper is PFAS het koningsnummer. Want 1. PFAS is beresterk, dus super uitdagend. En 2. Er valt gigantisch veel te mollen.
Over dat laatste: PFAS zit werkelijk overal. Als je in Friesland een duik neemt in één van de 34 officiële zwemplekken, zwem je gegarandeerd te midden van PFAS. Eet je aardbeien, andijvie, paprika of komkommer van vaderlandse bodem, dan hap je meestal ook in PFAS. PFAS stroomt door onze rivieren, wolkt door de lucht, slaat neer in duinen en bossen, op akkers, meren en rivieren, en zakt door naar ons grondwater.
Wie het gevecht met PFAS aan wil gaan, hoeft nooit te reizen, maar heeft het altijd voor het grijpen. Het is een laagdrempelig goedje. Gratis, ook nog. Gratis, laagdrempelig. En hardnekkig. Die hardnekkigheid werkt bij een vandaal als een rode lap op een stier. Iedere keer dat een aanval faalt, is dat een aansporing om er met dubbele inzet opnieuw tegenaan te gaan.
Wat er al niet geprobeerd is. Als eerste natuurlijk de klassieke verbrandingsoven. Die blijkt een eitje voor PFAS. Hooguit komt ie er met wat schrammen uit, wat hem nog schadelijker maakt. Ozon en waterstofperoxide zijn op het spul losgelaten in een poging om elektronen te stelen en hem kreupel te maken. Helaas. Planten kregen PFAS voorgezet, in de hoop dat ze het zouden opnemen en afbreken. Was geen succes. De planten zetten er geen bek op.
PFAS is ook gevoerd aan microben. Wilde ook niet. Er zijn ultraviolette stralen op PFAS afgevuurd. Ze werden moeiteloos terug gekopt.
Gelukkig is ons arsenaal vernietigingstechnieken eindeloos. We hebben er eeuwen aan gebouwd, er is geen nee te koop. Voor de winnaar ligt bovendien een wereldmarkt klaar, een geweldige stimulans. De methodes die succesvol zijn, komen regelrecht uit het handboek voor de martelaar. Stroomstoten, vergassing, extreme druk, hoogfrequente geluidgolven, bliksemschichten, onthoofding. Wie erover leest, moet een behoorlijk sterke maag hebben.
Een methode waar ik warm van word, is de sloopkogel. Je stopt PFAS in een molen, vult die met metalen ballen, gooit er een poedertje bij, brengt de zaak in beweging en het verpletteringsfeest kan beginnen. Schitterend. Nog niet klaar voor de markt, maar het schijnt veelbelovend.
De heilige graal is echter nog niet gevonden. Daarvoor is een combinatie nodig met een verzamelstrategie. Wil je PFAS efficiënt vernietigen, dan moet je zoveel mogelijk PFAS in je reactor duwen. Je moet het dus eerst vangen. Uit water bijvoorbeeld. Daarvoor hebben Wetsus en Wageningen University een elegante oplossing bedacht, je zou hem bijna romantisch kunnen noemen. Hoewel ook hier weer een valse kant opduikt.
De techniek maakt leep gebruik van het feit dat PFAS nogal narcistisch is. PFAS houdt van zichzelf, van fluor. PFAS is dus met fluor te verleiden. Precies dat doet de moleculaire ring die in Wageningen is ontwikkeld. Gooi zo’n ringetje in het water, en de PFAS’jes reppen zich naar de ring en klitten samen op de buitenkant. Hebbes! Je schud de ring uit, werpt hem terug, en de volgende groep trapt er ook in. Allemaal nog heel klein, en heel pril. Maar er zijn al zeven bedrijven uit binnen – en buitenland die er geld in pompen, en dan kan het hard gaan.
Ik sluit af. Hopeloosheid is, om met filosoof Philipp Blom te spreken, geen verhaal meer hebben dat ons naar de toekomst kan dragen. Als dat zo is, kan het omgekeerde ook waar zijn. Aan onze vernielzucht zit meer dan genoeg verhaal om ons naar een glorieuze toekomst te dragen.
Laten we dus ons ongelooflijke talent om dingen kapot te maken niet verspillen, maar botvieren.
Irene Overduin is verslaggever Water van de Leeuwarder Courant